Aangifte van schuldvordering

Wetsartikels uit de oude en nieuwe faillissementswet waarmede u als schuldeiser bij voorrang aandacht moet aan schenken:

Opmerking: De oude faillissementswet is van toepassing op faillissementen tot 01/05/2018. Het boek XX in het economisch Wetboek over de insolventie van ondernemingen is van toepassing op faillissementen vanaf 01/05/2018.



Oude Wet:

Art. 62.Om in aanmerking te komen voor een uitdeling alsmede om enig recht van voorrang te kunnen uitoefenen, zijn de schuldeisers gehouden aangifte van hun schuldvorderingen, samen met hun titels, [1 in het register]1 neer te leggen uiterlijk op de door het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag. [1 Het register levert]1 een ontvangstbewijs af.
De schuldeisers worden daartoe verwittigd door de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en door een rondschrijven dat hun door de curators wordt toegezonden zodra die schuldeisers bekend zijn.
Dit rondschrijven vermeldt plaats, dag en uur, bepaald voor (de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie) van de schuldvorderingen. <W 2005-12-06/46, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
[1 De verplichting tot neerlegging van stukken in het register geldt niet, voor zover zij niet worden vertegenwoordigd door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, voor :
1° natuurlijke personen;
2° rechtspersonen die in het buitenland zijn gevestigd.
De partij die niet verplicht is tot en geen gebruik maakt van neerlegging langs elektronische weg legt de stukken bedoeld in het eerste lid [aangetekend of tegen ontvangstbewijs op het kantooradres van de curator zoals in het vonnis aangegeven neer]. (W 2016-12-25/14, art. 172; Inwerkingtreding : 30-12-2016)
De curator levert een ontvangstbewijs af, converteert de ontvangen stukken in elektronische vorm, verklaart ze gelijkvormig en laadt ze op in het register.
De Koning kan de vorm bepalen waarin de aangifte moet worden gedaan.]1
----------
(1)<W 2016-12-01/29, art. 18, 025; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art. 63.Elke aangifte vermeldt de identiteit, [1 in voorkomend geval het ondernemingsnummer]1 en de woonplaats of, indien het een rechtspersoon betreft, [1 de naam, het ondernemingsnummer]1 en de maatschappelijke zetel van de schuldeiser, het bedrag en de oorzaken van zijn schuldvordering, de eraan verbonden voorrechten, hypotheek- of pandrechten, en de titel waarop zij berust (bij gebreke waarvan de curators de vordering kunnen verwerpen, of ze beschouwen als chorografair). <W 2002-09-04/38, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2002>
(Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring, tenzij het faillissement eerder werd afgesloten, en vermeldt naam, voornaam en adres van de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk zeker heeft gesteld voor de gefailleerde, bij gebrek waaraan deze bevrijd is.) <W 2005-07-20/32, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 07-08-2005>




Nieuwe Wet:

HOOFDSTUK 4. - Aangifte en verificatie van schuldvorderingen
Art. XX.155. § 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor een uitdeling alsmede om enig recht van voorrang te kunnen uitoefenen, zijn de schuldeisers gehouden aangifte te doen van hun schuldvorderingen, in het register uiterlijk op de door het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag. De titels waarop de vordering berust worden aangehecht aan de aangifte. Bij de aangifte worden de identificatie-gegevens van de schuldeiser, alsmede de grondslag, het bedrag en de zekerheden van de vordering nader gepreciseerd.
De schuldeisers worden daartoe verwittigd door een bericht in het register en een rondschrijven dat hun door de curatoren wordt toegezonden in zoverre die schuldeisers bekend zijn.
Het bericht en het rondschrijven vermelden plaats, dag en uur, bepaald voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen.
Het register bezorgt aan de schuldeiser een bericht van ontvangst.
§ 2. De verplichting tot neerlegging van de aangifte en bijhorende stukken in het register geldt niet voor natuurlijke personen of voor rechtspersonen die in het buitenland zijn gevestigd, tenzij zij worden vertegenwoordigd door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent.
De partij die niet verplicht is tot en geen gebruik maakt van neerlegging langs elektronische weg, legt de stukken bedoeld in paragraaf 1 aangetekend of tegen ontvangstbewijs op het kantooradres van de curator zoals in het vonnis aangegeven neer. De curator converteert de ontvangen stukken in elektronische vorm en verklaart ze gelijkvormig.
§ 3. De Koning kan de vorm bepalen waarin de aangifte moet worden gedaan.
§ 4. De aangiften worden ingediend in de taal waarin het faillissementsvonnis is uitgesproken. Zij kunnen evenwel ook gedaan worden in een andere nationale taal of in het Engels.
De bijlagen bij de aangifte mogen gevoegd worden in de taal naar keuze van de aangever.
De rechtbank kan de vertaling van de aangifte en de bijlagen vragen aan de aangever die hiervan de kosten moet dragen.
Art. XX.156. De aangifte van elke schuldeiser bevat:
- zijn identiteit, zijn ondernemingsnummer en in voorkomend geval zijn beroep en woonplaats of, indien het een rechtspersoon betreft, zijn ondernemingsnummer, zijn maatschappelijke benaming en zijn maatschappelijke zetel;
- het bedrag en de oorzaken van zijn schuldvordering, de eraan verbonden voorrechten, hypotheken of zakelijke zekerheden op roerende goederen, en de titel waarop zij berust.
Is dat niet het geval, dan kunnen de curatoren de schuldvordering verwerpen of beschouwen als niet preferente schuldvordering.
Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen drie maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring,
tenzij het faillissement eerder wordt afgesloten, en vermeldt naam, voornaam en adres van de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk zeker heeft gesteld voor de gefailleerde, bij gebrek waaraan deze bevrijd is.
Art. XX.157. Onder voorbehoud van de toepassing van internationale verdragen, bevat de aangifte van de schuldeiser die zijn woonplaats niet heeft in een lidstaat van de Europese Unie, keuze van woonplaats in het rechtsgebied van de rechtbank die het faillissement heeft uitgesproken.
Heeft hij geen woonplaats gekozen, dan kunnen hem alle betekeningen en mededelingen gedaan worden ter griffie van de rechtbank.

De verificatie van de schuldvorderingen


Oude Wet:


Art. 68.<W 2005-12-06/46, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Uiterlijk op de in het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag leggen de curators het eerste proces-verbaal van verificatie neer [2 ...]2
[1 Jaarlijks]1, te rekenen van de datum van de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie, zoals bepaald in het vonnis van faillietverklaring, en gedurende de daaropvolgende [1 twee jaar]1, leggen de curators [2 ...]2 een aanvullend proces-verbaal van verificatie neer waarin zij het vorige proces-verbaal van verificatie overnemen, de aangehouden vorderingen verder verifiëren en de schuldvorderingen verifiëren die sedertdien [2 ...]2 werden ingediend.
De curators kunnen in het proces-verbaal de schuldvorderingen aanvaarden, aanhouden tot de volgende verificatie, of betwisten. De rechter-commissaris verwijst de betwiste schuldvorderingen naar de rechtbank.
Indien de curators een schuldvordering betwisten brengen zij de betrokken schuldeiser daarvan schriftelijk [2 of via elektronische wijze]2 op de hoogte en stellen zij hem daarbij ervan in kennis dat hij bij een later ter post aangetekend schrijven zal worden opgeroepen voor de rechtbank voor de behandeling van de betwisting.
De schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curators bezorgd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
De schuldvorderingen die na het laatste aanvullend proces-verbaal nog niet zijn aanvaard worden beslecht met toepassing van artikel 70.
Vorderingen tot opname van schuldvorderingen waarvan de opname overeenkomstig artikel 72, derde en vierde lid, gevorderd wordt na de neerlegging van het laatste aanvullend proces-verbaal van verificatie, worden ingeleid bij dagvaarding betekend aan de curators.


Art. XX.161. Uiterlijk op de in het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag leggen de curatoren het eerste proces-verbaal van verificatie neer in het register.
Na respectievelijk zes en twaalf maanden na de datum van het vonnis van faillietverklaring, leggen de curatoren in het register een aanvullend proces-verbaal van verificatie neer waarin zij het eerste proces-verbaal van verificatie overnemen, de aangehouden vorderingen verifiëren en de schuldvorderingen verifiëren die sedertdien werden ingediend. Dit geldt ook wanneer er geen wijzigingen zijn opgetreden ten aanzien van het voorgaande proces-verbaal van verificatie.
De curatoren kunnen in het eerste en tweede proces-verbaal de schuldvorderingen aanvaarden, aanhouden tot de volgende verificatie, of betwisten. Tussen deze processen-verbaal kunnen zij aan de rechtbank de betwistingen voorleggen betreffende de schuldvorderingen die zij wensen te aanvaarden of te betwisten. Zij richten hiertoe een verzoek aan de rechter-commissaris die de datum bepaalt waarop de zaak door de rechtbank zal worden behandeld. De curatoren roepen de betrokken schuldeiser op bij een ter post aangetekend schrijven of via het register. De beslissing over de betwisting wordt in het register neergelegd en in het laatste proces-verbaal vermeld.
De schuldvorderingen die na het laatste proces-verbaal nog niet zijn aanvaard worden beslecht met toepassing van artikel XX.163. De curator roept de betrokken schuldeiser bij, een ter post aangetekend schrijven of via het register op voor de rechtbank, voor de behandeling van de betwisting, op dag en uur te bepalen in overleg met de griffie.
De aangiften van schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curatoren bezorgd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
Vorderingen tot opname van schuldvorderingen waarvan de opname overeenkomstig artikel XX. 165, derde en vierde leden, gevorderd wordt na de neerlegging van het laatste proces-verbaal van verificatie, worden ingeleid bij dagvaarding betekend aan de curatoren.

BEZWAAR TEGEN OPNAME OF AFWIJZING VAN VORDERINGEN:


Oude Wet:


Art. 69. <W 2005-12-06/46, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2006> De gefailleerde en de schuldeisers kunnen tegen de verrichte en te verrichten verificaties bezwaren inbrengen binnen een maand na de neerlegging van het proces-verbaal van verificatie waarin de schuldvordering werd opgenomen of waarin een aangehouden schuldvordering door de curators werd aanvaard of betwist.
Het bezwaar wordt aan de curators en aan de schuldeiser wiens vordering wordt tegengesproken betekend bij een deurwaardersexploot. Hierbij worden de curators en de schuldeiser, alsmede de gefailleerde voor de rechtbank gedaagd teneinde uitspraak te horen doen over de schuldvordering waartegen bezwaar is ingebracht. De gefailleerde wordt door de curators verwittigd met uitnodiging om te verschijnen.



Nieuwe Wet:

Art. XX.162. De gefailleerde en de schuldeisers kunnen tegen de verrichte en te verrichten verificaties bezwaren inbrengen binnen een maand na de uiterste datum zoals bepaald in artikel XX.161 voor de neerlegging van het proces verbaal van verificatie.
Legt de curator het proces-verbaal van verificatie later neer dan de datum zoals bepaald in artikel XX.161, dan neemt de termijn pas een aanvang vanaf de datum van neerlegging van het proces-verbaal.
Het bezwaar wordt aan de curatoren en aan de schuldeiser wiens vordering wordt tegengesproken betekend bij een deurwaardersexploot. Hierbij worden de curatoren en de schuldeiser, alsmede de gefailleerde voor de rechtbank gedaagd teneinde uitspraak te horen doen over de schuldvordering waartegen bezwaar is ingebracht. De gefailleerde wordt door de curatoren verwittigd met uitnodiging om te verschijnen.