Rechtsmiddelen

Onder Wetgeving vindt u de verschillende wetten die mogelijk van toepassing kunnen zijn op een faillissement.

Voortaan wordt hier enkel de wetgeving weergegeven die op heden van toepassing is.

Art. XX.108.[1 § 1. Ieder vonnis van faillietverklaring of ieder vonnis waarbij het tijdstip van staking van betaling wordt vastgesteld, is bij voorraad en op de minuut vanaf de uitspraak uitvoerbaar.
§ 2. Tegen het vonnis kan verzet worden gedaan door de verstekdoende partijen en derdenverzet door de belanghebbenden die daarbij geen partij zijn geweest. [3 Een schuldenaar die aangifte doet van zijn staking van betaling, is geen partij in het vonnis dat over die aangifte oordeelt.]3
§ 3. Het verzet is slechts ontvankelijk indien het wordt gedaan binnen vijftien dagen na de betekening van het vonnis.
Indien het faillissement van een in [2 artikel I.1, eerste lid, 1°, c)]2, van dit boek bepaalde onderneming, of een rechtspersoon waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, betreft, is het [3 derdenverzet]3 uitgaande van een vennoot die niet op de hoogte gebracht is of geen kennis gekregen heeft van de aangifte van faillissement slechts ontvankelijk indien het wordt gedaan binnen de zes maanden na de opneming van de bekendmaking van het faillissement in het Belgisch Staatsblad, en ieder geval, binnen vijftien dagen na kennisname van het vonnis.
Het derdenverzet is slechts ontvankelijk indien het wordt gedaan binnen vijftien dagen na de opneming van de bekendmaking van het [3 vonnis]3 in het Belgisch Staatsblad.
De termijn om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis, is vijftien dagen te rekenen vanaf de bekendmaking [3 van het vonnis]3 bedoeld in artikel XX.107.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W 2018-04-15/14, art. 233, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(3)<W 2023-06-07/07, art. 208, 122; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art. XX.109. [1 Hoger beroep, verzet of derdenverzet tegen het vonnis van faillietverklaring of tegen het vonnis dat de faillietverklaring afwijst, worden zonder verwijl in staat gesteld.
De curator dient in de zaak te worden betrokken voor het sluiten van de debatten.
Op verzoek van de meest gerede partij wordt de zaak vastgesteld om gepleit te worden binnen een maand volgend op het verzoek tot bepaling van de rechtsdag.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>